De ridderorde die later "De Orde van de Tempeliers" genoemd is, werd in 1161 n. Chr. gesticht door een zekere edelman met de naam Hugo de Payens. De volledige naam van de orde was `D Arme Ridders van Christus en de Tempel van Salomo'. De tweede helft van hun naam was ontleend aan de situatie dat de tempelieren aanvankelijk gebruik maakten van de oude joodse tempel in Jeruzalem. De orde zorgde ervoor dat de wegen en paden (d.w.z. in het Heilige Land) veilig werden gehouden voor pelgrims. De tempelieren zouden zich echter op andere manieren onderscheiden, onder andere door het vergaren van onorthodoxe en esoterische leerstellingen. Ze onderhielden een `onafgebroken, positief contact met de islamitische en joodse cultuur'. Dit is van groot belang, want daardoor waren ze in staat om toegang te verkrijgen tot enkele van de methoden en mysteriën van het oosterse occultisme.
Dit boekje gaat dieper in op de achtergronden van de orde van de tempeliers en beschouwt deze in het licht van de Bijbel.
Dit boekje gaat dieper in op de achtergronden van de orde van de tempeliers en beschouwt deze in het licht van de Bijbel.