In 1963 ging ik op bezoek bij mijn vriendin in Chemnitz, die in de DDR. Tegelijk maakte ik voor de AVRO-radio een reportage over de jeugd in de DDR, die net gevangen zat achter de Muur. Daarbij kreeg ik een interview met Margot Honecker, de vrouw van de latere partijleider. Bij een tweede bezoek in 1967 waren twee mannen op het werk bij mijn vriendin geweest. Ze wilden mij spreken. Ze is mee gegaan. De mannen (van een "persbureau") wilden een artikel van mij over de Nederlandse monarchie in de 20e eeuw. In Nederland ging ik naar de politie, die direct de BVD erbij haalde. Die maakte mij binnen enkel dagen tot haar spion en dus een dubbelspion. Dat heeft de Oost-Duitse Stasi pas geweten toen het voor haar te laat was. Die spionagetijd was leuk en interessant voor mij. Geen James Bond was ik met superwapens, snelle auto's en zo. Ik heb nooit een wapen gehad en vanwege mijn epilepsie mocht (en kon) ik geen autorijden en alcohol drinken. Daarom liep een poging in Oost-Berlijn mij onder de tafel te drinken op niets uit. Die mannen van de Stasi konden drinken! Dat konden ze beter dan mij vertellen hoe ik mijn veiligheid moest waarborgen. Ze dachten alles te weten, maar ons vrije leven in het westen was voor hen een gesloten boek. Ze dachten ook dat ze de op de Israelische Mossad na beste spionagedienst hadden. Mooi niet!, want deze jonge Nederlandse journalist en junior spion troefde ze keer op keer af. Ik maakte genoeg fouten, lachte en zweeg. Mijn moeder zat vaak ik doodsangst als ik weer eens naar Oost-Berlijn ging, maar in wezen waren de spionagetripjes die ik voor de Oost-Duitsers moest uitvoeren, met de zegen van de BVD, gevaarlijker. Recensenten in Amerika en van de Nederlandse bibliotheken hebben het boek zeer hoog gewaardeerd, vooral omdat het geschreven is als een roman.
Dubbel Spion: een Autobiografie (Dutch Edition)
Sobre
Talvez você seja redirecionado para outro site